Jopie Judo 10 – Auto’s en danexamens

Hallo allemaal, jullie zullen wel hetzelfde probleem hebben als ik met wedstrijden, namelijk het vervoer. Mijn vader heeft het nogal druk met z’n werk en kan eigenlijk nooit rijden. Het zijn meestal dezelfde mensen die rijden. Heel vaak rij ik met dezelfde mensen mee. Ik vind het altijd wel leuk om met Cor mee te rijden, omdat die altijd vaak zo belachelijk rijdt. Als hij op de snelweg inhaalt dan gaat hij niet langzaam terug naar de rechter rijstrook maar ineens dus de auto met ons erin schudt dan helemaal heen en weer. Ook reden we een keer op de snelweg zo’n 120 km/pu en nam hij ineens de afslag naar een tankstation. Hij reed toen zo langs het tankstation met die snelheid de weg weer op. Andere auto’s van de wedstrijd judoka’s zaten te kijken zo van:  wat doet die nou?

Ook had hij een keer z’n motor van z’n auto opgeblazen omdat hij continu op de snelweg in z’n derde versnelling reed. Toen we vroegen of hij dat dan niet merkte aan het hoge toerental zei hij dat de radio zo hard stond en het niet hoorde. Cor deed ook vaak met John allerlei judo-en vechtdemonstraties. Cor was altijd het slachtoffer wat hij met veel gekke gezichten altijd heel goed kon, vooral als hij het slow-motion deed. Stukjes piepschuim spuugde hij dan uit als hij op z’n kaak werd geslagen en dat was echt heel erg komisch. Ook kwam hij een keer onopvallend de judoles binnen met een pruik op z’n hoofd van z’n eigen kleur haar maar dan helemaal door de war. Dat was zo’n stom en daardoor komisch gezicht ook omdat hij net deed of er niets aan de hand was.

Ook zou Cor een keer examen doen voor zijn tweede Dan en ik zou voor hem vallen. We hadden alles goed geoefend. Het examen was in Wageningen en Cor was behoorlijk zenuwachtig. Toen we moesten beginnen ging het kata wel goed maar de vrije technieken die we hadden geoefend in een demonstratievorm was hij helemaal kwijt . Ik probeerde hem nog te helpen maar hij verzon terplekke de worpen. De examencommissie kende Cor wel als goede wedstrijdjudoka en dat heeft hem geholpen waardoor hij uiteindelijk is geslaagd. In de randori vond ik het niet altijd even fijn om met hem te judoën. Hij was natuurlijk veel sterker dan ik dus wanneer ik een worp inzette dan nam hij deze vaak over door mij helemaal uit te tillen. Hij nam het niet zo nauw met vastpakken bij mijn broekspijp waardoor per ongeluk het één en ander wel eens bekneld kwam te zitten.  

Ikzelf was ook behoorlijk zenuwachtig toen ik voor mijn eerste dan zwarte band op moest. Ruud, met wie ik het examen deed, werd eigenlijk weer zenuwachtig van mij. In de tweede serie van ons werkstuk van judotechnieken raakten we even in de war. Maar de examencommissie vond het al goed  genoeg en de andere twee serie hoefde ik niet te laten zien en ik was dus binnen drie minuten geslaagd. Op diezelfde dag heeft Ton een bijzondere erkenning gekregen voor zijn examen omdat hij het zo goed had uitgevoerd. Hij kreeg daarvoor een negen. Ik heb zoiets daarna nooit meer op een examen meegemaakt. Misschien komt dat ook wel omdat ze dat simpelweg niet meer deden, een bijzondere erkenning. Zeg tot de volgende keer met weer een nieuw verhaaltje.

(Waargebeurde verhalen uit een grijs verleden van een senior judoka; gepubliceerd in het clubblad KIAI van JudoVianen in 2000)