Judo hygiëne

Stel je eens voor: je komt op de training en je moet met iemand judoën die niet bepaald naar bloemetjes ruikt, van die zwarte randen onder de nagels heeft en modderige voeten heeft van het buiten lopen (en daarmee bijna voetsporen op de mat achter laat) waar jij vervolgens met je gezicht doorheen moet als je op de mat bezig bent… Klinkt niet als het ideaalplaatje toch?

Judo is een contactsport en jouw persoonlijke hygiëne is daarom heel erg belangrijk, niet alleen voor jezelf, maar ook voor de ander. Judo kan je niet alleen, daar heb je een partner bij nodig en die verdient het, net zoveel als jij, om prettig te kunnen trainen.

Die persoonlijke hygiëne is heel simpel:

  1. Kleed je om in de kleedkamer en niet thuis, hoe handig het soms ook lijkt te zijn, een judopak is geen kleding om buiten te dragen waar het vies kan worden.
  2. Altijd schone handen en voeten, uiteraard geldt dit voor het gehele lichaam, maar juist handen en voeten (die niet stinken) zijn met name belangrijk.
  3. Draag altijd slippers (of sokken) buiten de mat en niet op de mat, zo neem je geen vuiligheid van buiten mee de mat op.
  4. Korte nagels verplicht. Voorkom daarmee krabben van anderen en omklappen van je eigen nagels (met alle gevolgen van dien).
  5. Alle sieraden moeten af! Indien iets niet af kan of uit mag omdat het vers gepiercet is, maken we een uitzondering door het af te plakken.
  6. Wondjes én wratjes altijd afplakken en evt. een sok aan in verband met besmettingsgevaar.
  7. Geen metaal in je haar, dus geen haarelastieken met metalen (& harde!) onderdelen of haarclips/haarspeldjes.
  8. Lang haar moet in een knot, vlecht of paardenstaart bij elkaar gebonden worden (voorkomt vastpakken en per ongeluk uittrekken van haar).
  9. Ga naar de wc vòòrdat de les begint, alleen als uitzondering mag een judoka tijdens de les naar de wc.
  10. Eet en drink niet teveel voor de les, dit voorkomt misselijkheid, boeren en andere ongemakken tijdens het bewegen.
  11. Indien je ziek bent en/of daardoor besmettelijk bent (denk aan bijvoorbeeld waterpokken of krentenbaard) kun je beter thuis blijven en niet de andere judoka (en je juf/meester..!) besmetten.
  12. Bonus: mocht je iets niet zeker weten, vraag het je trainer 😉