Jopie Judo 1 – Wie ben ik?

Vanwege het 50-jarig bestaan beginnen we met een oude nieuwe column! Oude nieuwe wat? Ja, je leest het goed, Jopie Judo is een column geweest in het clubblad KIAI van Judo Vianen. Dit clubblad werd een aantal keer per jaar uitgegeven in de jaren negentig en begin 2000. Hierin stond regelmatig een stukje geschreven door Jopie, een alias van één van onze oudere leden, maar wie dat is zeggen we niet. De komende maanden plaatsen we één keer per week een column van Jopie. Jopie vertelt de leukste en de gekste dingen die allemaal waargebeurd zijn! Vandaag beginnen we met de eerste, want wie is Jopie nu eigenlijk?


Hallo allemaal. Ik ben Joop, maar ze noemen mij ook wel Jopie. Ik ben acht jaar en sinds kort zit ik ook op judo. Ik woon nog niet zo lang in Vi­anen. Hiervoor woonde ik in Hoorn. Daar had ik ook een vriendje, dat aan judo deed. Ik wist eerst helemaal niet wat judo was. Ja, dat je leert hoe je moet vechten.

Ik liep hem vaak uit te dagen, maar hij wilde nooit vechten. Dat mocht niet, zei hij. Nu heeft een klasgenoot van mijn zus (of eigen­lijk vriend­je, want ze zijn volgens mij hart­stikke op el­kaar) mij gevraagd, of ik met hem op judo ga. Mijn vader zei: “Lijkt je dat niet wat?”, dus dat heb ik maar gedaan.

Nou, de eer­ste keer, dat ik mee wilde doen, stond ik toch mooi voor paal. Ik wist niet wat ik no­dig had, dus ik had een sportbroekje, een t-shirt en sport­schoe­nen aan. De meester zei gelijk: “Doe maar mee, maar doe wel die scho­enen uit”. Iedereen kijken dus. De mees­ter was een grote man met een baard. Die judopakken vond ik toch wel vreemd ruiken hoor.

In het begin moest ik leren hoe ik moest vallen en we hebben ook een worp geleerd. Er zijn ook jongens in de groep, die al een gele band hebben. Gôh, ik wou dat ik al zo ver was. Aan het eind van de les gingen we met z’n allen zitten, met onze benen wijd en toen moesten we zo ver mo­gelijk met onze neus naar de mat toe. Zo, die mees­ter kwam ver! Dat was best moei­lijk, maar ja, de mees­ter heeft ook de zwarte band en dat is het hoogste wat je kan halen.

Nou, dit was het dan. Volgen­de week vrijdag ga ik weer naar ju­do; hart­stik­ke leuk. Jullie ho­ren volgende week weer van mij. Doei!

(Waargebeurde verhalen uit een grijs verleden van een senior judoka; gepubliceerd in het clubblad KIAI van JudoVianen in 1996)