Jopie Judo 14 – Een auto repareren met een judoband?

Hoi allemaal! Zo het seizoen zit er weer bijna op en de wedstrijden lopen ten einde. Hebben jullie dat nou ook, dat het soms wel lastig is dat je vader niet altijd kan rijden naar de wedstrijden?

Ik moest dus vaak met iemand anders meerijden, omdat mijn vader niet kon. Als ik met iemand meereed, dan werd er altijd bij de gymzaal De Lijnbaan afgesproken. Als Cor reed, zat ik weleens in de zenuwen of ik me vergist had in de afgesproken tijd, want Cor kwam altijd op het aller-laatste moment aanrijden om vervolgens snel weg te scheuren. Volgens mij was hij niet snel zenuwachtig. Ik heb ook een keer gehad dat er niemand kwam en toen ben ik maar naar huis gegaan. Eigenlijk had ik toch niet zo’n zin, maar bij de volgende training was mijn meester John wel erg kwaad dat ik niet was komen opdagen.

Op een gegeven had ik gelukkig m’n rijbewijs gehaald. Alleen moest ik nu weer vragen of ik de auto van m’n vader kan lenen. Zo gebeurde het een keer dat we geen vervoer hadden naar de judowedstrijden. Simon z’n moeder gaf haar Renaultje 4 toen te leen. Op de weg naar de wedstrijden was dat dikke pret met z’n vieren in dat Renaultje met zo’n trekversnelling.

De terugweg was alleen wat minder, want tijdens de wedstrijden had het inmiddels geijzeld op plekken waar wij geen weet van hadden. Toen ik door de bocht kwam, zei ik tegen Henk en Pieter, die bij mij in de auto zaten: “Jôh, het lijkt wel glad hier!”. Ik had het nog niet gezegd of de auto begon als een gek te glijden en we botsten aan de voorkant tegen de muur van een kazerne en daarna tegen de achterkant en vervolgens kwamen we tegen een lantaarnpaal tot stilstand.

Henk was tijdens de botsing in de auto helemaal stil. Shit en wat nu? We moesten naar huis, maar het spatbord zat tegen het wiel en dat moest worden terug gebogen. Eerst maar eens geprobeerd met een judoband, die we met de ene kant vastbonden aan een lantaarnpaal en met de andere kant aan het spatbord. Zo zouden we het spatbord misschien weer wat recht kunnen trekken. Even dachten we dat het zou lukken, maar toen KNAL: de judoband brak! Toen zijn we maar bij de kazerne gaan vragen om een sleeptouw. Hiermee lukte het wel.

Thuisgekomen kwam Simon al uit huis gerend en zei: ”Wat zijn jullie laat!”. Toen zei hij lachend : ”Of hebben jullie soms een ongeluk gehad?”.”Ja, dat kan je wel zeggen,” zei ik. Toen hadden we toch een probleem, want wie gaat dit betalen? Gelukkig bood onze meester John, na een gesprek met mijn vader te hebben gehad, zijn hulp aan (alsof hij het nog niet druk genoeg had!). De auto kwam bij mij thuis te staan en na wat onderdelen op de sloop te hebben gekocht, heb ik samen met meester John (hij werkte bij een autoschadeherstelbedrijf) de auto weer gerepareerd. We hebben uiteindelijk toch wel gelachen, want toen meester John probeerde de motorkap in de toch wel oude auto vast te zetten, zei hij: ”Het lijkt wel of ik in koek zit te draaien.” De schroef kreeg namelijk helemaal geen houvast. Gelukkig kon hij er zelf nog het hardst om lachen. Ja, onze meester John heeft toch wel wat met mij te stellen gehad, want dit was niet het enige ongeluk dat ik heb gehad.

Maar dat vertel ik misschien nog wel een volgende keer!

(Waargebeurde verhalen uit een grijs verleden van een senior judoka; gepubliceerd in het clubblad KIAI van JudoVianen in 2001)