Hoi allemaal, daar ben ik weer. Ze zeggen altijd wel dat sporten gezond is, maar op het moment dat je een blessure te pakken hebt, krab je je toch wel eens achter je oren. Maar die twijfel slaat al snel om in het weer zo snel mogelijk op de mat willen staan. Toch heb ik in het verleden best wel eens een blessure opgelopen.
Zo kan ik me herinneren dat ik weer eens een ‘briljant’ idee had voor een demonstratie tijdens de clubkampioenschappen. Ook ik kijk regelmatig naar gigantische actie-scènes van die martial arts-films. Zo dacht ik wel eens even een lange stok te gebruiken, net als in de film. Dat kon toch niet moeilijk zijn, dacht ik. Dus veel oefenen met dat zwaaien totdat het lekker vlot ging. Op het moment dat alle lichten op me gericht waren en het geluid van de muziek was losgebarsten, zat ik volop in de vechtscène. Toen het moment van zwaaien was aangekomen, ging dat alleen een beetje anders, want de stok klapte volop tegen m’n oor! Gelukkig had niemand het gezien. Op de videoband kon ik het later goed terugzien, omdat ik het zelf natuurlijk wist. Ja, m’n oor was rood en gevoelig, maar ach, dat hoort erbij.
Ook zou ik een keer tijdens een andere demonstratie met Eline iets met zelfverdediging doen. Eline zat nog niet zo lang op judo en we gingen elke week even oefenen met de vechtscènes; elke week kwam er een stukje bij. Op een gegeven moment moest Eline mij met een slag tegen m’n keel gedeeltelijk uitschakelen. Ik vond na een paar oefeningen dat het wel wat overtuigender kon. Dat had Eline goed begrepen: de week daarna ging het slikken toch wel wat moeilijker.
Bij een andere demonstratie met Marcel zouden we enkele zelfverdedigingsacties zowel langzaam, als snel uitvoeren. Tijdens het vele oefenen, waar we een paar maanden van tevoren voorzichtig al mee begonnen, zou ik wel even een spectaculaire slag van Marcel opvangen en overnemen. Dat ging wel lekker tot dat ene moment dat ik Marcel’s arm niet helemaal goed opving: we wisten beiden niet dat een duim ook ‘knak’ kon zeggen, zo hard klapte hij achterover. Het herstelde weer vrij snel. Toch kan ik niet zeggen dat ik echt hele ernstige blessures heb opgelopen tijdens al mijn judojaren. De grote blessures liep ik meer buiten het judo op.
Het heeft me vaak verbaasd hoe snel ik weer herstelde van een blessure. Ik heb me er eigenlijk ook nooit zo druk over gemaakt, omdat ik ervan overtuigd was dat het goed kwam. Ik kan me wel herinneren dat ik vaak thuis kwam en er werd gevraagd: “Wat heb je daar voor een rare blauwbruine plek op je arm?” Ik moest dan altijd eerst even voelen: dat?, oh da’s niks. Het komt gewoon door het vast-pakken en dan wordt er wel eens wat meer vastgepakt dan alleen het pak.
Ach, het hoort erbij. Als ik het zo achter elkaar lees, lijkt het heel wat, maar achteraf valt het allemaal best wel mee. Bovendien leer je veel over hoe om te gaan met je lichaam.
Dit was het weer, dus tot de volgende keer!
(Waargebeurde verhalen uit een grijs verleden van een senior judoka; gepubliceerd in het clubblad KIAI van JudoVianen in 2005)