Na twee jaar trainen heb ik ‘m eindelijk in mijn bezit: de tweede dangraad judo!
Zaterdag 15 december was het zo ver, het examen voor de tweede dan (tweede zwarte band). Mijn examen bestond uit vier onderdelen; twee kata, staande technieken en grond technieken. De voorbereiding van het examen heeft mij veel nieuwe inzichten gegeven in de sport. Het scheelt dat ik het erg leuk vind om in mijn vrije tijd veel met het judo bezig te zijn, veel informatie te zoeken, technieken te analyseren etc. Waardoor ik mijn eigen trainingen veel kan proberen en kan uitzoeken, wat ik thuis weet te vinden kan ik dan op de mat oefenen.
Bijkomend voordeel van het behalen van de tweede dangraad is dat ik nu officieel Judoleraar A ben, in plaats van Judoleider. Toen ik in 2016 slaagde voor de opleiding tot Judoleraar stroomde ik uit als Judoleider, omdat ik de eerste dangraad had. Binnen vier jaar na het slagen moest ik mijn tweede dan behalen om officieel Judoleraar A te worden. Nu met deze nieuwe dangraad mag ik officieel alle leeftijden zelfstandig lesgeven, dojo-assistenten opleiden en heb ik toegang tot meerdere opleiding bij de JBN, bovenop alles wat ik al deed en mocht.
Kata
Ik moest twee van drie kata kiezen. Ik koos voor het Nage-No-Kata, wat een kata is met vijf series van drie worpen welke links en rechts worden uitgevoerd en het Katame-No-Kata, wat een kata is bestaande uit drie series van vijf controletechnieken. Een kata is een vooraf afgesproken en vastgestelde serie technieken welke met vaste regels wordt uitgevoerd.
Ik deed beide kata in de Busen stijl. In Nederland bestaan er twee stijlen in het judo, Busen en Kodokan. Wereldwijd is Kodokan de grootste stroming, echter wordt het Busen in o.a. Nederland nog zeer actief beoefend en wordt gezien als de stijl die het dichtste bij de krijgskunst staat in tegenstelling tot de bewegingsleer van het Kodokan.
Voor mijn eerste dangraad heb ik het Nage-No-Kata in de Kodokan stijl uitgevoerd, toen trainde ik nog niet bij Judo Vianen. Uiteindelijk kwam ik bij Judo Vianen en moest ik overstappen naar het Busen als ik verder wilde, dat is namelijk de kennis die binnen de vereniging te vinden is.
Ik kreeg daarnaast extra complimenten op mijn etiquette van de kata: het bewegen tussen de technieken door, inclusief het groeten was van hoge kwaliteit.
Nage-waza en Ne-waza
De andere twee onderdelen van het examen bestonden uit vrije technieken. Vrij als in, in beweging uitgevoerd zonder vaste regels of volgorde. Vroeger was het zo dat je een werkstuk van favoriete techniek(en) kon maken. Op die manier heb ik mijn eerste zwarte band behaald. Maar tegenwoordig wordt er meer gevraagd van de kennis van de technieken en vragen de beoordelaars specifiek de technieken die je moet laten zien. Vanuit de exameneisen die zijn opgesteld door de Judo Bond Nederland (JBN) kan je gericht trainen op wat er mogelijk gevraagd gaat worden.
De staande technieken, ook wel Nage-waza of Tachi-waza genoemd, zijn alle worpen en andere technieken om je partner (Japans: uke) naar de grond te krijgen. De controletechnieken, of grondtechnieken heten in het Japans Katame-waza of Ne-waza. Hier zijn de eindsituaties altijd een houdgreep, armklem of verwurging in elke variant mogelijk. Alle vrije technieken moeten vanuit een reële situatie (Japans: yaku-soku-geiko) worden uitgevoerd.
Hoe vond ik het examen gaan?
Onderdeel: Nage-No-Kata (stijl: Busen)
Eigen oordeel: Het kata ging matig, heb deze veel beter gelopen in de trainingen, veel automatische piloot tijdens het examen en beiden hadden we moeite om in het ritme te komen. Wel erg blij met de ura-nage (zie afbeelding hierboven), welke ik door mijn schouder blessure weinig heb kunnen trainen.
Onderdeel: Katame-No-Kata (stijl: Busen)
Eigen oordeel: Kata ging goed, kon goed de rust pakken en het ritme vasthouden. Erg tevreden met hoe dit liep, we hebben het kata nog geen enkele keer zó goed uitgevoerd.
Onderdeel: Nage-waza / Tachi-waza
Eigen oordeel: Na twee kata licht vermoeid, soms wat slordigheden, vooral wennen aan de mat (onze eigen mat is zachter & stroever) en ik voelde onder beide grote tenen blaren opkomen (kon na het examen niet meer lopen..). De technieken konden zeker beter, maar was gelukkig goed genoeg 🙂 De Japanse benamingen waren daarnaast geen probleem voor mij.
Onderdeel: Katame-waza / Ne-waza
Eigen oordeel: Vermoeidheid sloeg hier toe, waardoor niet alles even goed verliep. Wist wel elke Japanse benaming van de technieken waardoor ik liet blijken dat ik vaardig genoeg was.
Nu kan ik eindelijk van mijn verdiende ‘rust’ gaan genieten, dat staat expres tussen aanhalingstekens, want ook al hoef ik nu niet verplicht meer te trainen, ik ga wel assisteren bij de dan-trainingen in onze eigen lessen. Heeft Hans weer meer de tijd voor de groep en kan ik de judoka’s helpen die graag hun zwarte band willen behalen (wanneer dat nodig is uiteraard, ik blijf zelf ook graag trainen). Al moet ik zeggen dat het toch wel begint te jeuken om die derde dangraad te gaan behalen.. 😉