Het leek mij een leuk idee om in navolging van mijn examen blog te beschrijven wat ik nu precies heb gedaan voor mijn 1e dan examen. In de loop der jaren zijn de eisen van het Dan examen een aantal keer gewijzigd en vond ik het tijd om een update te schrijven voor de website.
Let wel; alles wat hier staat betreft de examen eisen zoals deze in december 2015 golden voor het district Midden-Nederland en zijn zoals ik mijn examen heb voorbereid.
Training
In onderstaande alineas leg ik uit hoe ik mijn examen heb gedaan, echter doe je het Dan examen niet in je eentje. Samen met jouw Uke (tegenstander/partner), moet je laten zien dat je het Dan niveau hebt. Mijn Uke was Sandra Bax, die jullie als trainer kennen.
Als Uke moet je laten zien dat de persoon die het examen doet alle onderdelen van een techniek goed doet, zoals balans verstoren en werpen. Hierbij mag je als Uke niet meespringen/meevallen, maar dien je te laten zien dat het echt een worp/actie is! Wij beiden hebben hierop al heel wat jaren getraind (al meer dan 10 jaar in mijn geval), echter heb ik nu het examen dan eindelijk kunnen voltooien.
Om ons voor te bereiden op het examen zijn wij een jaar hard aan het trainen geweest voor het examen alleen. Een jaar hiervoor hebben wij gebruikt om ons algehele judo op elkaar af te stemmen. Sandra komt van een andere stijl judo, waardoor wij ook daar op moesten trainen, hierover later meer.
Onderdeel Kata
Als je veel judoka’s vraagt wat zij van hun 1e dan examen vonden zal je vaak horen dat het Kata het lastigste was. Als je het aan een wedstrijd judoka vraagt kan het zijn dat zij het Kata niet hebben hoeven uitvoeren, omdat zij 100 dan-punten hebben behaald met het doen van wedstrijden.
Ik had een ruime tijd geleden dan-punten verzameld, echter zijn die slechts korte tijd geldig waardoor ik nu Kata moest laten zien. Ik heb gekozen voor het Nage-No-Kata, je kan ook kiezen voor het Go-No-Sen of het Katame-No-Kata. Het Nage-No-Kata is een heel technisch kata, en kan er nogal ‘statisch’ uit zien. Het doel van het Kata is om te laten zien aan de examen commissie dat je de technieken echt ‘begrijpt’.
Ik heb voor Nage-No-Kata gekozen, omdat ik deze direct na het behalen van mijn bruine band ben gaan trainen en dus al redelijk goed kende. Ik heb dit kata gekozen, omdat het veel verschillende technieken in zich heeft en ondanks dat het lastig is, ziet het er heel gaaf uit. Daarnaast ken ik dit Kata nu vrij goed en is het voor de 2e dan al een mooie voorbereiding (hier moet je 2 van de 3 Kata kiezen)
Om dit op examen niveau te trainen zijn Sandra en ik ongeveer 2 jaar bezig geweest. Hoe vaker je kan trainen, deste sneller zal je op kunnen voor het examen. Naast dat ik mijn examen moest leren, heeft Sandra nog van stijl moeten wisselen en dat moeten trainen.
Haar vorige sportschool geeft les in het Kodokan judo, waar Judo Vianen les geeft in Busen judo. De verschillen tussen deze stijlen zijn klein, maar kosten redelijk wat tijd om hierin te wisselen. Afleren is tenslotte lastiger dan aanleren.
Eigen werkstuk staand (Tachi-waza)
Tijdens het examen kan je er voor kiezen om een werkstuk te laten zien met je eigen specialiteit of je geeft bij de examinator aan dat zij je verschillende technieken mogen vragen. Het voordeel van het werkstuk is dat je zelf kan laten zien waar je goed in bent.
Ik heb gekozen voor het werkstuk en om deze om de worp Hane-Goshi te laten draaien. Dit is een heupworp waarbij je de worp sterker maakt met een gebogen been.
Mijn werkstuk kan je hier vinden. In mijn werkstuk heb ik de volgende onderwerpen aan bod laten komen:
- Werpen vanuit meerdere richtingen
- Werpen met verschillende pakkingen (kumi-kata)
- Werpen met combinaties
- Worp overnemen naar mijn voorkeur worp.
Voor iedereen kan het werkstuk er anders uit zien, hier ben je binnen bepaalde grenzen vrij in om dit in te vullen.
Eigen werkstuk grond (Ne-waza)
Net als voor de staande technieken heb ik voor de grond technieken ook gekozen voor een eigen werkstuk.
Voor mijn grond werkstuk heb ik gekozen voor Sankaku-Jime (driehoeksverwurging met de benen). In mijn werkstuk heb ik de volgende onderwerpen aan bod laten komen:
- Basis vorm Sakaku
- Variaties op Sakaku
- Verdediging naar Sankaku
Gevraagde technieken
Na beiden werkstukken werden door de examinatoren nog enkele aanvullende vragen gesteld om zo te zien of ik de terminologie en overige technieken van het judo beheers. Hierin is het net welke technieken de examinatoren missen in het werkstuk.
In het staande gedeelte werden bij mij nog enkele indraai technieken, vegende worpen, overnames, offerworpen en combinaties gevraagd. Hier zaten enkele kleine aarzelingen van mijn kant in en omdat het technieken zijn die je samen doet zaten er soms ook kleine misverstanden in. Deze heb ik nogmaals mogen doen zonder problemen.
Wanneer je voor je eerste Dan op gaat mag je hierin twijfelen en fouten maken, daarvoor ben je nog aan het leren. Wanneer je examen zou doen voor een hogere Dan mag je steeds minder twijfelen of fouten maken.
Voor het grond gedeelte werden er natuurlijk ook nog de nodige vragen gesteld, zeker omdat mijn werkstuk hier iets korter was. Op de grond werden vooral houdgrepen, bevrijdingen, armklemmen en verwurgingen gevraagd.
Shodan
Nu, na het examen, ben ik in het bezit van de Shodan (初段). Dit is de Japanse benaming voor de eerste Dan. Voor velen is dit hét teken dat je alles weet van het judo of dat je levensgevaarlijk bent. Echter is de Shodan slechts je afronding van de eerste stap in de wereld van het judo. De basis beheers je, maar het toepassen en het ‘leven’ van het judo is een hele andere wereld. En levensgevaarlijk zijn wij al helemaal niet, judo staat namelijk voor ‘de zachte weg’ (dus nee, dat vallen doet geen pijn 😉 ).
Nu ik mijn eerste Dan heb behaald ben ik klaar om te gaan trainen voor hogere dangraden, eerst is het de beurt aan Sandra om de tweede Dangraad te gaan behalen, daarna is het weer mijn beurt!