Het technisch principe om gebruik te maken van de zwaartekracht door eerst iemand uit balans (evenwicht) te halen, bestaat al net zo lang als dat er gevechtskunsten zijn. Het was Jigoro Kano, de bedenker van het judo, die dit principe onder woorden bracht en opnam als één van de twee grondbeginselen van het judo. Dat judo zo dicht bij natuur staat, blijkt uit dit principe. De natuur wil altijd in evenwicht blijven, met andere woorden: leven in de comfortzone.
Echter, om grote veranderingen teweeg te brengen, zal eerst deze balans moeten worden verstoord. Een mooi voorbeeld is een vulkaanuitbarsting. Dit is een destructieve aangelegenheid, waar vervolgens zeer vruchtbare, mooie natuur uit voortkomt. Dichter bij huis is onze mooie Biesbosch ontstaan uit destructieve overstroming.
Uit chaos ontstaat orde. Wat is dan die chaos in het judo?
Dat is de randori, wat zoiets betekent als chaos, niet afgesproken.
Randori, hèt spel van het judo, wordt ook wel ‘balansspel’ genoemd, omdat je constant op zoek bent naar de balans van je tegenstander/maatje, maar tegelijkertijd je eigen balans moet zien te bewaren. In dit spel kun je op safe spelen en niets doen om te voorkomen dat je wordt geworpen, maar de kans dat je de ander kunt werpen, is er dan ook niet. Met andere woorden: je zult risico’s moeten nemen. Ook in het echte leven willen we graag alles zeker en veilig stellen maar dat zal niet altijd gaan.
Het leren omgaan met het gevaar om geworpen te worden of in het dagelijks het leren omgaan met tegenslagen, zorgt ervoor dat we weerbaarder worden en sneller onze balans weer terugvinden.
Worden we toch te hard op onze rug geworpen of worden we in het leven op onszelf aangewezen, dan begrijpen we daar niet altijd het nut van. Vaak zijn het echter wel dit soort impacts/balansverstoringen dat zorgt voor grote veranderingen en leermomenten die uiteindelijk vaak weer tot orde leiden. De grootste leermomenten zijn vaak die met grote impacts. Hierdoor worden we gevormd tot de unieke personen die we zijn.
Judo heeft dat vormend karakter in zich. Het kan je dus leren om te gaan met balans- en ordeverstoringen. Dit effect wordt groter naarmate je het judo langer beoefent. In het leven leren je eigen balans te vinden, is dan ook het doel. Dit is voor ieder verschillend: o.a. balans in werk en privé, inspanning en ontspanning, gezonde en ongezonde voeding, aandacht voor anderen en aandacht voor jezelf, zorgt voor een gelukkig leven.
Als jonge judoka die nog niet zover is, hoef je je over al deze zaken gelukkig nog niet druk te maken. Dan moet je vooral ‘gewoon lekker judoën’!