Omstrengelen voor de lol?

De laatste tijd zijn er berichten te lezen over zogenaamde gevaarlijke ‘choking games’ onder de jeugd. Het dichtknijpen van de (eigen) halsslagader zorgt voor verminderde zuurstof naar de hersenen, waardoor je het bewustzijn kunt verliezen. Het moment daarvoor geeft een ontspannen gevoel en brengt je in een roes. Naast de kick kan het mogelijk verslavend werken.

Het gevaar van hiervan is dat hersenletsel ontstaat als gevolg van langere tijd van zuurstoftekort. Bij kinderen is dit letselgevaar groter, omdat de hersenen nog niet volgroeid zijn. In tegenstelling tot veel ander lichamelijk letsel, herstelt hersenletsel niet. De verloren informatie door afgestorven hersencellen wordt enkel elders (opnieuw) opgeslagen (door opnieuw aanleren), of is voor altijd verloren.

De vraag die zou kunnen ontstaan:
Maar omstrengelen doen we toch ook bij judo?

Voor deze judo(gevechts)technieken gelden binnen het judo strenge regels. Het is o.a. alleen vanaf 12 jaar pas toegestaan in wedstrijden en de scheidsrechter mag ippon toekennen vóór het aftikken. Dat aftikken (met hand op mat of partner) – en daarmee opgeven – en direct loslaten is ‘heilig’ binnen het judo. Hier worden de judoka’s ook telkens weer op gewezen. Het onnodig volhouden van een omstrengeling of armklem om maar niet af te tikken, is niet cool maar dom en wordt door de leraar ook afgekeurd.

Kleven er dan geen risico’s aan omstrengeling en moeten we het niet verbieden?

Risico’s zijn overal, dus ook bij een vechtsport als judo. Juist bewustwording en het leren omgaan (in plaats van verbieden) met deze risico’s zorgt voor beheersing van deze risico’s. Daarnaast worden alle gevaren binnen het judo nauwlettend door de Internationale Judo Federatie (IJF) in de gaten gehouden.
Een judoka die in praktische zin heeft geleerd hoe om te gaan met omstrengelingen, zal juist minder risico lopen om slachtoffer te worden van mogelijke groepsdruk om deel te nemen aan misbruik van deze omstrengelingstechniek.

Hoe gaan jullie er binnen Judo Vianen mee om?

Wij leren onze judoka’s omstrengelingen aan vanaf 8 jaar. Hier benoemen we de risico’s, bespreken we wat een omstrengeling inhoudt en hoe ze deze op een goede en veilige manier moeten toepassen. Het gaat bij oefenen juist om de techniek en niet om het zo lang mogelijk vol kunnen houden.

Al bij de allerjongsten (4 jaar) leren we aftikken = loslaten aan, dit gebruiken ze bijvoorbeeld bij een stoeipartij of zodra ze pijn ervaren. Dit zit er dus op latere leeftijd al ‘in gebakken’ en de judoka helpen elkaar hier onderling aan herinneren. Het niet respecteren van deze afspraak resulteert altijd in een kort gesprek met de judoka, waarna dit meestal niet nogmaals gebeurt.

Judoka’s van 8 jaar en ouder mogen omstrengelingen in ons Ne-Waza toernooi toepassen als beide judoka dit willen, één nee is nee voor die partij. Hier geven we hen de vrije keus in en dit wordt door alle leden gerespecteerd, mede omdat zij weten wat een omstrengeling inhoudt en dat dit soms als spannend wordt ervaren.

Binnen alle andere toernooien houden we de IJF regels aan en zijn omstrengelingen pas toegestaan bij 12 jaar en ouder.